Voor de leerkracht

Het afwijkend gedrag van een leerling valt op. Hij is niet zoals de andere kinderen in de klas.

Problemen met leren, medeleerlingen en leerkrachten, zijn het gevolg van zijn afwijkend gedrag. Als het goed is zal de leerkracht in het eerstvolgende gesprek met de ouders, het gedrag van het kind ter sprake brengen. Moet er actie ondernomen worden? Wachten we nog een tijdje af? Wimpelen we het gewoon weg en zeggen we dat het de leeftijd is? Wat te doen?

Ziehier het dilemma van ouders en leerkrachten. Alle kinderen letten wel eens niet op. Alle kinderen zijn wel eens onrustig. Alle kinderen willen wel eens als eerste hun verhaaltje kwijt. Alle kinderen hebben wel eens moeite met lettertjes schrijven. Alle kinderen hebben wel eens geen zin om in de klas te zitten maar zouden liever buiten spelen. Alle kinderen… Alle argumenten hierboven snijden hout, maar toch…. Wanneer is gedrag problematisch, wanneer wordt aan de noodrem die “hulp van buiten” heet, getrokken. Hoe bepaalt een leerkracht wie en wanneer een leerling gedrag vertoont dat problemen oplevert. Elke leerkracht en ouder voelt intuïtief aan dat er iets niet klopt.

Om leerkrachten in de basisschool een objectief instrument in handen te geven om gedragsproblemen vroegtijdig te signaleren -of als u wil aan prediagnostiek te doen- is “de zorgkast” ontwikkelt. Het doel dat de bedenkers voor ogen hadden is eenvoudig; Door invoering van “de zorgkast” zorgen dat het kind met gedragsproblemen reeds op jonge leeftijd, gewoon op school door de “juffen of meesters” van de eigen school objectief wordt gesignaleerd. Hierdoor is de mogelijkheid op een succesvolle behandeling het grootst.

De zorgkast is in eerste instantie voor de leerkracht ontwikkeld en daardoor rechtstreeks ook voor de leerling. Met”de zorgkast” kan de leerkracht in de school zonder inmenging van buitenaf en geheel autonoom zijn vermoeden van een gedragsprobleem bevestigd zien. Of niet. In principe doet de leerkracht dat, waar nu (dure) externe krachten voor worden ingehuurd.